Als de warmte-en koudeopslag (wko) en het buurtwarmtenet zijn aangelegd, worden de woningen van de deelnemers daarop aangesloten. Het water dat via de PVT-panelen op de daken wordt verwarmd, wordt dan via het buurtwarmtenet naar de wko geleid, waar het opgeslagen wordt. Diep onder de grond blijft het ongeveer even warm. Dit water komt in de winter naar de woning met een temperatuur van rond de 18 graden. De warmtepomp warmt dit verder op tot de juiste woonkamertemperatuur en voor warm tapwater (zoals douchen).
Voor de opslag van warmte en het gebruik van het buurtwarmtenet wordt een vergoeding gerekend, dit is het vastrecht oftewel de zonnewarmtebundel. Het tarief van de zonnewarmtebundel dat je als deelnemer (jaarlijks of maandelijks) afdraagt varieert per woning. Je bundel is namelijk afhankelijk van jouw totale warmtevraag voor verwarming en voor warm tapwater. Voor elke woning rolt er uit de Rekenmodule de verwachte zonnewarmtebundel, deze is gebaseerd op het verwarmd gebruiksoppervlak van de woning en het aantal bewoners. Hierbij wordt uitgegaan van elektrisch koken en een voldoende geïsoleerde woning, dat wil zeggen in ieder geval schilindicator 70 (of lager), vergelijkbaar met energielabel C, ook als jouw woning nu een schilindicator heeft die hoger is dan 70. Als je woning beter is of wordt geïsoleerd dan schilindicator 70 kan de zonnewarmtebundel lager uitkomen.
Rekenvoorbeeld: een woning van 100 m² met 2 personen, die wordt geïsoleerd naar schilindicator 70, heeft een verwachte woonwarmtevraag van 8.600 kWh/jr. Vervolgens delen we dit door 764 (dit is een vast getal gerelateerd aan de benodigde hoeveelheid m² PVT-panelen) en dan heb je de zonnewarmtebundel. In dit geval is dat afgerond 11. Elke bundelstap kost € 40 / jr, dus in dit geval (40*11) = € 440 / jr.
Gedurende het gebruik van het buurtwarmtenet wordt gemonitord hoeveel warmte je woning afneemt (in de koude maanden) en teruglevert (in de warme maanden) en dus hoeveel gebruik je maakt van het buurtwarmtenet. We hanteren hierbij een ‘fair use policy’. Als blijkt dat je ‘boven je zonnewarmtebundel’ afneemt, dus als je meer warmte van het buurtwarmtenet afneemt dan verwacht, dan wordt je zonnewarmtebundel tijdelijk verhoogd en bieden we ondersteuning aan om je warmtevraag omlaag te krijgen zodat je weer terug kunt naar de beoogde bundel. Mocht dat niet lukken (bijvoorbeeld omdat je woning heel lastig verder is te isoleren) dan zal je zonnewarmtebundel blijvend omhoog gaan – tenzij we tegen de systeemgrenzen omtrent de capaciteit van het buurtwarmtenet aanlopen. Verbruik je structureel minder dan verwacht, dan kan je zonnewarmtebundel omlaag.
Waarom doen we dit? Er kan voor maximaal 400 woningen warmte in een warmte-en koudeopslag (wko). Dus als je structureel meer warmte uit het buurtwarmtenet trekt dan de zonnewarmtebundel toestaat, koelt de wko teveel af en zou er een tekort aan buurtwarmte kunnen ontstaan.