Artikel:
Elektrische cv-ketel in plaats van gasketel: te mooi om waar te zijn
Een elektrische cv-ketel in plaats van de oude gasgestookte cv-ketel. Kan dat? Het is helaas te mooi om waar te zijn. In negen van de tien gevallen is het een stuk lastiger om los te komen van het aardgas. Remko Joosten (Feenstra): “Dat moet je steeds aan consumenten blijven uitleggen”.
Bron van dit artikel: Gawalo Klimaattechniek. Sept. 2022
Verschillende fabrikanten van gasgestookte cv-ketels hebben ook elektrische varianten in hun assortiment. Er zijn er zelfs die beweren dat je daarmee zonder grote investeringen je huis aardgasvrij kunt verwarmen. Het lijkt ideaal: een elektrische cv-ketel is stil, schoon, relatief goedkoop, makkelijk te installeren en praktisch onderhoudsvrij. Je hoeft dan ook niets te veranderen aan het afgiftesysteem. En met voldoende zonnepanelen op het dak ben je bovendien energieneutraal bezig. Stekker in het stopcontact en klaar is kees. Je vraagt je bijna af waarom niet iedereen allang is overgestapt. Maar is het werkelijk zo eenvoudig?
Elektrische cv-ketel in strijd met Bouwbesluit
Wie even verder kijkt, ziet al snel leeuwen en beren op de weg. De grootste beer is de wetgeving: het installeren van een elektrische cv-ketel als enige warmteopwekker in een verwarmingssysteem, is sinds maart 2020 simpelweg niet toegestaan. Artikel 6.55 van het Bouwbesluit bepaalt dat een verwarmingssysteem van een woning niet meer dan 1,31 kWh primaire energie nodig heeft om 1 kWh warmte te leveren. Daarbij moet je bedenken dat voor 1 kWh elektriciteit 1,45 kWh primaire energie nodig is. Dat is de van overheidswege bepaalde primaire energiefactor voor elektriciteit. Het rendement van elektriciteitscentrales en het aandeel hernieuwbare energie in de landelijke elektriciteitsmix is hierin verrekend.
Elektrische verwarming als hoofdverwarming
Dat betekent dus dat een elektrische cv-ketel, zelfs met een rendement van 100 procent, per definitie minstens 1,45 kWh primaire energie nodig heeft voor 1 kWh warmte. Vergelijk dat eens met een hr-ketel met een rendement van 90 procent. Die heeft voor 1 kWh warmte slechts 1,11 kWh primaire energie (in de vorm van aardgas) nodig. Om die reden voldoet de elektrische cv-ketel niet aan het Bouwbesluit.
Let wel: dit geldt voor alle woningen, dus ook in bestaande woningen bij vervanging van een oude cv-ketel op aardgas. En het geldt niet alleen voor de elektrische cv-ketel maar ook voor systemen met IR-verwarming of noviteiten als inductieverwarming. Het klinkt allemaal geweldig en heel innovatief, maar onder de streep voldoet het niet aan de regelgeving en mag elektrische verwarming dus niet in een woning worden geïnstalleerd als het enige verwarmingssysteem voor hoofdverwarming.
Verkeerde verwachtingen klanten
In hun reclame voor elektrische cv-ketels (en andere elektrische systemen) scheppen sommige leveranciers en fabrikanten helaas verkeerde verwachtingen. Klanten, op zoek naar aardgasalternatieven, die niet zitten te wachten op hak- en breekwerk en beducht zijn voor al te hoge kosten, wordt een lekkere worst voorgehouden: ‘…vele malen goedkoper dan een warmtepomp…’, ‘…langere levensduur…’, ‘… veilig, stil en schoon…’, ‘… makkelijk te installeren…’. Vervolgens moet de installateur hen teleurstellen.
Dat merkt Remko Joosten van installatiebedrijf Feenstra: “Je moet het steeds blijven uitleggen. Soms worden klanten wel eens obstinaat. Dan moet je het nog een keer uitleggen.” Het toch al broze maatschappelijke draagvlak voor de aardgasvrijtransitie is daar echter niet mee gediend. Joosten: “Het wordt vaak te rooskleurig voorgesteld en het is altijd gebaseerd op ideale situaties. Als je leveranciers vraagt ‘Kom maar met bewijsvoering. Laat maar zien dat jouw toestel voldoet aan de regelgeving’, dan blijft het stil.”
Stookkosten 2.500 euro per jaar
Zou de wetgeving niet in de weg staan, dan zijn het wel de kosten voor een elektrische cv-ketel. Niet zozeer de investering, dan wel de hoge gebruikskosten. Elektriciteit is per eenheid van energie momenteel gemiddeld drie keer zo duur als aardgas. Die verhouding kan veranderen, want aardgas wordt in de komende jaren zeer waarschijnlijk duurder en elektriciteit misschien goedkoper. Maar een break-even is niet te verwachten. In een gemiddelde woning met een B-label en bij een zuinig stookgedrag, zou een elektrische cv-installatie al gauw zo’n 12.000 kWh per jaar vragen. Dat kost de bewoner minstens 2.500 euro per jaar. Ieder jaar opnieuw.
Pv-panelen ter compensatie
Leveranciers noemen de combinatie van elektrische cv-ketels met pv-panelen vaak ‘een duurzame combinatie’. Daarmee zouden de verbruikskosten bij de huidige tarieven volgens hen niet hoger uitkomen. Helaas is dat opnieuw een onjuiste voorstelling van zaken. Voor niets gaat alleen de zon op. Pv-panelen moet je zelf betalen. De panelen kosten niet alleen geld, maar ook grondstoffen en ruimte. Met andere woorden: ook met hernieuwbare energie moeten we slim omgaan. Je kunt het dakvlak maar eenmaal benutten en dan kun je beter proberen het huishoudelijk elektriciteitsverbruik met zonnestroom te dekken. Nog afgezien van het feit dat je de meeste zonnestroom produceert op momenten waarop de (elektrische) verwarming het minst nodig is.
Particulieren merken van die onbalans nog maar weinig dankzij de salderingsregeling voor zonne-energie. Maar die regeling wordt waarschijnlijk tussen 2023 en 2031 stapsgewijs afgebouwd. Een definitief besluit hierover hangt nog af van een nieuw kabinet. Daarna kost één kWh elektriciteit minstens driemaal zoveel als één kWh zonnestroom opbrengt. Voor prijsbewuste bewoners is het dan de kunst om zoveel mogelijk zonnestroom zelf te gebruiken. Met elektrische verwarming lukt dat niet.
Aardgas in de uitverkoop
De cv-ketel is geïntroduceerd in de tijd dat de Nederlandse staat het aardgas in de uitverkoop deed. De gasbel in Slochteren bracht immers veel geld op en zou waardeloos zijn zodra kernenergie de energievoorziening zou overnemen. Huizen waren thermisch lek als een mandje, maar dat was geen probleem dankzij gasketels met een flinke overcapaciteit.
Inmiddels weten we beter. Zowel de winning van aardgas als de verbranding ervan leidt tot schade aan gebouwen en klimaat. Deze schaduwkosten komen meer en meer tot uitdrukking in de prijs. De alternatieven voor aardgas zijn ook duur, maar als je de schaduwkosten eerlijk meeneemt, valt dat verschil wel mee. Je kunt ook zeggen dat Nederland zichzelf in de afgelopen decennia rijk heeft gerekend.
Goede isolatie en ventilatie
Nu moeten we eerst en vooral de behoefte aan energie beperken. De energietransitie benadrukt dat. Dat betekent dat we eerst moeten kijken naar isolatie van de woning: vloer, gevels, dak en glas en naar goede ventilatie, liefst vraaggestuurd met warmteterugwinning. Joosten: “Je kunt een hoop bereiken, maar er zijn grenzen aan de capaciteit van een verwarmingssysteem. Je moet eerst de vraag omlaag brengen, anders worden de apparaten onnodig groot en de gebruikskosten hoog.”
Hybride warmtepomp
Welke alternatieven zijn volgens Joosten wel mogelijk? “Je moet altijd op zoek naar systemen met een COP van 3,0 of meer. Wat je dan kunt toepassen, kun je nooit in het algemeen zeggen. Het hangt altijd af van de situatie. Het is maatwerk. Als de isolatie van de woning en het afgiftesysteem geschikt zijn, kun je denken aan een warmtepomp. Ook een hybride warmtepomp is een goede optie. Dat is meestal een lucht-waterwarmtepomp met op de achterhand een cv-ketel. De cv-ketel werkt dan alleen bij een grote warmtevraag. Je bent dan nog niet vrij van aardgas, maar wel een stuk op de goede weg. En dat kan ook, die ruimte is er. Je hoeft pas in 2050 helemaal te stoppen met aardgas. Je hebt dus nog bijna 30 jaar.”
Hogetemperatuurwarmtepomp
In samenwerking met Vattenfall is Feenstra bezig met de ontwikkeling van een nieuwe hoogtemperatuurwarmtepomp. Het is een lucht-waterwarmtepomp met CO2 als koelmiddel. Het toestel levert warmte van 70 tot 90 graden en past dus op het bestaande cv-circuit met radiatoren. De ht-warmtepomp zorgt bovendien voor warm tapwater. Joosten: “Wij verwachten dat het systeem rond het midden van 2022 beschikbaar komt voor particuliere woningeigenaren.”
Elektrische cv-ketel voor uitzonderlijke situaties
Er zijn uitzonderingen waar een elektrische cv-ketel een goede optie kan zijn. In de eerste plaats spreekt het Bouwbesluit nadrukkelijk over verwarmingssystemen. Daarmee wordt gedoeld op een geheel van warmteopwekking, distributie en afgifte. Losse toestellen, die ook los van elkaar worden bediend, gelden niet als systeem. Een elektrische cv-ketel zal al snel onderdeel van een systeem zijn.
Maar elektrische IR-panelen kunnen het goed doen als bijverwarming in een studeerkamer of in een tiny house. Ook een elektrische cv-ketel is in uitzonderlijke situaties mogelijk. Bijvoorbeeld in een tijdelijke woonruimte, een vakantiehuisje, een bijgebouw of als back-up naast een warmtepomp. In woningen, waar deze warmte-opwekkers de basis zijn van een verwarmingssysteem, zijn ze bij wet verboden. En daar is bovendien een goede reden voor: er zijn namelijk betere alternatieven.